Op allerlei manieren kan er schade ontstaan aan
metselwerk.
Wanneer een vrachtwagen wat onhandig achteruitsteekt, kan de gevel van een
pand
bekrast
worden of instorten, afhankelijk van het toegepaste geweld.
Heel anders is schade door goed bedoeld herstel. Die ontstaat vaak door te forse
gevelreiniging,
meestal gevolgd door verkeerd voegen. Het beeld wordt aangetast bij toepassing van
'
verknipte voegen',
het metselwerk zelf krijgt het zwaar te verduren, wanneer
te harde specie
wordt gebruikt. Te zachte specie kan leiden tot het
uitspoelen van voegen.
Het
schilderen
van een gevel, uitgevoerd als
schoon werk,
valt ook te rekenen
onder het begrip 'schade toebrengen'.
Schade kan ook het gevolg zijn van
bouwkundige gebreken, zoals
optrekkend vocht
of
lekkages.
Het ergst zijn vaak de gevolgen van
verzakkingen,
waarvan de oorzaak meestal in de
fundering
te vinden is.
En nieuwbouw? Daar kan toch nog niks mee mis zijn? Nou,
zoutuitbloei
bijvoorbeeld bewijst dat een goede
metselaar
nog steeds onontbeerlijk is. En die zijn steeds moeilijker te vinden.
Er zijn vormen van schade die vooral bij
baksteen
optreden, andere vooral bij
natuursteen.
Tekst: Jean Penders (03-2009). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders